In 2008 werkte ik als spinninginstructrice in een sportschool. Na een spinningles werd ik aangesproken door een roei-coach die door mijn power en energie geraakt was. Deze roei-coach daagde mij uit om eens een testje te doen op de ergometer en ik bleek direct over de voor roeien benodigde kracht en uithoudingsvermogen te beschikken. Binnen een jaar nodigde de roeibond mij uit, en ik besloot de 'chance of a lifetime' met beide handen te grijpen en naar Amsterdam te verhuizen en me fulltime te committeren aan mijn nieuwe ultieme doel: de Olympische Spelen.
Vier jaar later behaalde ik dit doel: op de Olympische Spelen in London won ik in de vrouwenacht een bronzen olympische medaille. In slechts vier jaar tijd had ik mijn reputatie van 'onervaren beukster' om weten buigen tot vaste kracht voor het team. Drive, positief teamgevoel en commitment waren kernelementen voor onze ploeg.
Ik besloot door te gaan met roeien, maar onder de nieuwe coach en in een nieuw systeem kwam ik niet meer tot bloei en groei. Ik raakte geblesseerd, en merkte voor het eerst dat hard werken averechts werkte. De boot ging letterlijk alleen maar hard als ik in balans was. Drie jaar ben ik bijna aaneensluitend geblesseerd geweest. Maar het doel "de Olympische Spelen in Rio" zorgde ervoor dat ik doorzette. In 2016 namen we deel aan de Spelen en moest ons team genoegen nemen met een zesde plek. Ik heb geleerd hoe belangrijk het is om een gezamenlijk doel te hebben, vertrouwen in elkaar te hebben, hoe in een team dingen uitgesproken dienen te worden om echt tot de kern, en in de flow, te komen.